Leve de lavendel!
Wie houdt er nu niet van lavendel? Het heerlijk geurende kruid bezorgt je een beetje een vakantiegevoel, want het doet denken aan zonnige mediterrane landen. Bovendien kun je het wintergroene (nu ja, ‘wintergrijze’) struikje op heel veel manieren toepassen, in de border, als haagje en in pot. Bovendien doe je er ook de bijen, hommels en vlinders een plezier mee. En dan kun je de gedroogde lavendelbloempjes ook nog gebruiken in huis, als parfum en als smaakmaker. Leve de lavendel!
Lavendel in soorten en maten
Blauwe lavendel en lavendelblauw bestaan eigenlijk niet; de kleur van de bloempjes is officieel violet. Er zijn cultivars met echt grijs blad en klein blijvende exemplaren en soorten die flink uitdijen. Voor ons West-Europese klimaat, met minder zonuren dan de Zuid-Europese landen waar lavendel vandaan komt, is de Lavendula angustifolia, ofwel de ‘echte lavendel’, het meest geschikt. Deze bloeit rijk en in heel veel verschillenden kleuren, van wit, roze tot donker violet. Ook kun je hem goed snoeien, waardoor je voorkomt dat hij verhout. Populaire variëteiten zijn Lavendula angustifolia ‘Munstead’ en ‘Hidcote’. ‘Munstead’ wordt 40 tot 60 centimeter hoog en krijgt licht violette bloempjes, ‘Hidcote’ houdt het bij maximaal 40 centimeter en krijgt donker violette bloemen. Heel mooi in combinatie met vrouwenmantel (Alchemilla mollis).
Planten en verzorgen
Je kunt lavendel het hele jaar door planten, mits het niet vriest of de grond bevroren is. Uiteraard wil het mediterrane struikje een zo zonnig mogelijk plek. Voeg bij het planten direct een rijke hoeveelheid kalk toe. Daarna geef je om het jaar een onderhoudsdosis kalk. Verder heeft de plant nauwelijks verzorging nodig. Geef hem zeker geen bemeste tuinaarde. Lavendel in pot geef je alleen hoogzomer af en toe water en planten in de volle grond alleen bij aanhoudend extreem warm en droog weer.
Snoeien
Het is belangrijk dat je een lavendel regelmatig snoeit om te voorkomen dat hij verhout en je met overwegend kale takken zit. Je kunt een lavendel nooit terugsnoeien tot in het oude, kale hout. Dan loopt hij niet meer uit. Ook jonge planten snoei je minstens twee keer per jaar. Door ze regelmatig te toppen worden ze mooi vol en bossig. Eind maart, begin april kun je ze voor het eerst snoeien, steeds zo diep als er nog scheuten of uitlopers aan de plant zitten en nooit daaronder. Hoe later je snoeit, hoe later de struik gaat bloeien. De tweede snoeibeurt geef je als de lavendel is uitgebloeid, in augustus of september. Dan knip je alleen de uitgebloeide stelen eruit en de struik een beetje in vorm, zodat hij als een mooi bolletje de winter ingaat.
Kuiflavendel
De vrolijke kuif- of vlinderlavendel (Lavendula stoechas) is een geval apart. Deze houdt niet van kalk en snoei je pas in de zomer, omdat hij in het voorjaar bloeit. Als je hem direct na de bloei snoeit kan hij in het najaar nog een keer gaan bloeien.
Kom nu kijken naar het ruime assortiment lavendel in Tuincentrum Coppelmans.